verloop

Goa wordt gespeeld in twee delen (A en B) die elk uit vier verschillende ronden bestaan. Elke ronde bestaat weer uit twee fasen:

1. veilingfase;
2. aktiefase.

Veilingfase
De startspeler plaatst de vlag bij een tegel aan de rand naar keuze. Vervolgens plaatsen de spelers om de beurt een veilingfiche in hun spelerskleur op een aangrenzende tegel, precies één per speler. Dit zijn de tegels die worden geveild, waarbij elke speler per tegel precies één bod mag uitbrengen. De hoogste bieder ontvangt de tegel. De speler die een veilingfiche op de betreffende tegel heeft gelegd, brengt het laatste bod uit. Als hij het hoogste bod heeft uitgebracht, betaalt hij het bod aan de bank, anders ontvangt hij het geboden bedrag.
Ook de startspelervlag wordt geveild. De eigenaar ontvangt een 'extra aktie'-kaart en is de volgende ronde de startspeler.
Nadat alle tegels met een veilingfiche zijn geveild begint de volgende fase.

1. vooruitgang bij één van de vijf ontwikkelingen op het ontwikkelingstableau;
2. benutten van één van de vijf ontwikkelingen op het ontwikkelingstableau.

• scheepsbouw: nieuwe schepenkaarten;
• oogst: nieuwe specerijen op een eigen plantage naar keuze;
• belasting: nieuwe dukaten;
• expeditie: nieuwe expeditiekaarten;
• kolonie stichten: meer kolonisten.

Nadat alle spelers drie akties hebben uitgevoerd, kunnen of moeten 'extra aktie'-kaarten worden ingezet en voeren de betreffende spelers één van de bovengenoemde akties uit. Nu eindigt de ronde en begint de veilingfase van de volgende ronde, waarbij de speler die de vlag bezit de startspeler is.