materiaal
1 spelbord, 1 dobbelsteen en voor elke speler: 4 pionnen in zijn spelerskleur.
Elke speler probeert als eerste zijn vier pionnen binnen te krijgen.
1 spelbord, 1 dobbelsteen en voor elke speler: 4 pionnen in zijn spelerskleur.
Het spelbord is tweezijdig: de ene zijde is voor een spel met 2-4 spelers, de andere zijde is voor een spel met 5-6 spelers. In een spel met 3 of 5 spelers speelt 1 speler met twee kleuren. Hieronder wordt een spel met 4 spelers beschreven.
Het spelbord toont voor elke spelerskleur vier startvleden (B), een beginveld (A) en vier eindvelden (a-d). Hiertussen loopt een parcours dat door alle pionnen moet worden afgelegd.
Elke speler plaatst de vier pionnen in zijn spelerskleur op zijn vier startvelden. Om de startspeler te bepalen, gooien de spelers om de beurt met de dobbelsteen. De speler die het hoogst gooit is de startspeler.

Mens erger je niet! Wordt gespeeld in de richting van de klok.
In zijn beurt gooit de speler met de dobbelsteen. Hij moet een eigen pion naar keuze net zoveel velden verplaatsen als het aantal ogen op de dobbelsteen. De pion kan andere pionnen passeren. Als de pion eindigt op een veld waar al een pion staat, dan wordt deze pion geslagen. De pion wordt teruggeplaatst op een startveld in zijn spelerskleur.
Als de speler 6 gooit, moet hij een pion van een startveld op zijn beginveld A van het parcours plaatsen. Vervolgens moet hij nogmaals gooien om deze pion vooruit te plaatsen, ook als daardoor een eigen pion wordt geslagen. Als de speler 6 gooit, maar geen pion meer op een startveld heeft staan, mag hij een pion naar keuze verplaatsen. Ook nu moet hij nogmaals gooien, maar nu mag hij ook een andere pion verplaatsen.
Nu gaat de beurt naar de volgende speler.
Als een pion het hele parcours heeft afgelegd, moet de pion op één van de vier eindvelden (a - d) worden gebracht. Op elk eindveld is plaats voor één pion. Om op een eindveld te eindigen, moet de speler precies het juiste aantal ogen gooien. Als dat niet lukt, moet een andere pion worden verplaatst, zolang er nog een pion in de race is.
Het spel eindigt zodra een speler zijn vierde pion op een eindveld heeft gebracht. Hij is de winnaar van het spel.
| vlaams spellenarchief | 3 / 4 |
| ||||||||||
![]() | 6 / 9 |
| ||||||||||
| spielephase | 3 / 6 |
| ||||||||||
| spieletest | 5 / 10 |
| ||||||||||
| speelduivel | 1 / 6 |
| ||||||||||
| gemiddeld | 3 / 10 |
| ||||||||||
[toelichting: Elke balk geeft de waardering van een site weer. AnderSpel bijvoorbeeld geeft dit spel een 6.In het laatste gekleurde blokje staat dan ook 6. Hoe breder het blokje, hoe meer spellen een 6 hebben. De lege blokjes aan het eind van de balk geven de hoeveelheid spellen aan die een hogere waardering kregen.]
Iedereen heeft zo z'n eigen huisregels gemaakt. Zo kan je afspreken dat je de pion die je met 6 verplaatst, ook moet verplaatsen als je nogmaals gooit. Of dat je ook voor je eerste pion eerst 6 moet gooien om te mogen starten.
In een spel met 4 spelers kan je ook in twee teams spelen. De spelers van een team zitten tegenover elkaar. Een speler kan er dan voor kiezen om met een pion het parcours nogmaals te doorlopen, om zo zijn medespeler te helpen.